“Ik kreeg van Diny het boek ‘Die ene patiënt’ met een mooie brief.”

Toeval bestaat niet. Op het moment dat Linda van de Winkel haar opleiding in Maastricht had afgerond, kwam er een telefoontje vanuit Geldrop naar haar opleider: we zoeken een internist-oncoloog. Iemand die snel kan inspringen, kun jij ons helpen? Ze hoefde niet lang na te denken. “Ik liep in 2006 mijn allereerste coschap in het Anna en voor mij was het meteen duidelijk dat ik later in zo’n ziekenhuis wilde werken. Kleinschalig en dichtbij de patiënt.”

“We werken hier in kleine teams. De lijntjes zijn kort. Omdat we geen zaalartsen hebben, ben je er overal voor je patiënten. Op de poli, maar ook als ze opgenomen zijn op de afdeling. Je ziet ze als het goed gaat, maar ook als ze ziek en kwetsbaar zijn. Je bouwt een band met elkaar op.”

“Als een patiënt in een fase zit waarin genezing niet meer mogelijk is, dan is het extra belangrijk dat je elkaar goed leert kennen. De mens achter de patiënt; wat is voor diegene belangrijk, waar hecht hij of zij waarde aan, hoe staan mensen in het leven? Dat wil ik weten. Hoe kun je anders samen beslissen over kwaliteit van leven? We praten met elkaar over van alles. Over ziek zijn, maar ook over vakanties en de mooie dingen in het leven. De wachtkamer zit altijd vol, maar het gevoel moet zijn dat je de tijd neemt, geen haast.”

“Met Jan van der Vleuten en zijn vrouw Diny had ik een fijne band. Wat een lieve man. Hij klaagde nooit. Bij hem moest je tussen de regels door luisteren. Bijna vijf jaar heb ik hem behandeld, we zagen elkaar elke paar weken. Dan ontstaat er iets. Jan hield van de natuur. Van ‘het weitje’ met de schapen. Lekker naar buiten, dat was belangrijk voor hem.” 

“Nadat Jan overleed, kreeg ik van Diny het boek ‘Die ene patiënt’ met een mooie brief. Ik was voor hen die ene dokter, schreef ze me. Een ‘baken in onrustige tijden’. En ze beschreef hoe belangrijk dat was in die onzekere en kwetsbare periode. Uiteraard heb ik een kaart teruggestuurd om Diny te bedanken. Het was een kaart met twee lammetjes erop. Zoals in het weitje van Jan.”

“De brief van Diny heeft me geraakt. Natuurlijk wil je het liefst mensen genezen, maar als dat niet meer gaat, kun je nog steeds veel doen. Er voor ze zijn, proberen nog zoveel mogelijk kwaliteit toe te voegen. De mooie brief bevestigde de reden waarom ik ooit besloot dat ik oncoloog wilde worden.” 

Hoe was het aan de andere kant van de tafel? Lees hier het verhaal van Diny van der Vleuten.