“Even op het bed zitten voor een praatje. Dat maakt zo’n groot verschil.”

Eugenie (70) kent het Anna letterlijk en figuurlijk van binnen en buiten. De eerste kennismaking was wel een heftige, want ze had niet één, maar twee keer borstkanker. De laatste keer was in 2000. Gelukkig liep het allemaal goed af en Eugenie bewaart er ook goede herinneringen aan. “Ik was echt geïnspireerd door de verpleegkundigen en de sfeer in het ziekenhuis. Ik dacht: daar wil ik ook werken.”

“Zodra het kon heb ik gesolliciteerd als voedingsassistente, maar ik werd niet aangenomen. Maar de aanhouder wint, dus ik heb wel vier of vijf brieven gestuurd en uiteindelijk is het me gelukt. 17 jaar heb ik met heel veel plezier gewerkt op afdeling neurologie. Daar kun je echt iets betekenen voor mensen vind ik.”

“Toen ik zelf in het ziekenhuis lag, was er een verpleegkundige die me er echt doorheen trok. Hij noemde zichzelf mijn persoonlijke broeder. Dat ben ik nooit vergeten. Of dat iemand even bij me op het bed kwam zitten en mijn hand vasthield. Een praatje maken, even geen patiënt zijn, maar gewoon mens. Dat maakte voor mij een enorm verschil. En omdat ik het zelf zo fijn vond, ben ik het altijd blijven doen.”

“Soms heb je zulke bijzondere momenten. Ik sprak een man die zich heel eenzaam voelde. Zijn vrouw was overleden en hij miste haar. Hij moest huilen. Op zo’n moment wil je toch gewoon dat iemand een arm om je heen slaat? Dus dat heb ik gedaan. Ik ben bij hem gaan zitten en hield hem vast. Maar soms is het ook vrolijk. Ik ben gediplomeerd kapster. Op zondag deed ik dan de haren van oudere dametjes. Zaten ze met zijn allen als prinsessen op hun bed.”

“Ik ben nu met pensioen, de versierde blouse op de foto was een cadeau bij mijn afscheid. Maar ik hoor nog steeds bij de familie. Ik zit ook nog gewoon in de groepsapp. We hebben etentjes en soms gaan we op stap. Die verbondenheid vind ik heel belangrijk. Als ik bij het Anna ben, voelt dat ook nog als thuiskomen. Mensen vliegen me gewoon om de hals. Hoe mooi is dat?”